Van de meeste Amsterdamse bruggen merk je door hun geringe hoogte weinig als je erover heen rent. Een aantal venijnige uitzonderingen liggen om de Amstel. Een daarvan is de Hendrick de Keijserbrug (brug 77). Al in de 17e eeuw was hier een ophaalbrug vanwaar je prachtig uitzicht hebt op de Amstelsluizen, Carré en de Magere Brug. Nu is het een kort stevig klimmetje dat je goed voelt, zeker als je al veel kilometers in de benen hebt. Waarom is deze brug zoveel steiler dan de meeste andere bruggen in de stad?
De brug gaat over de Achtergracht. Tegenwoordig meer een inham aan de Amstel, maar ooit een gracht tot aan de Reguliersgracht. Je kunt dat goed zien aan de Falckstraat, het vroegere andere eind van de gracht, waar de straat ongebruikelijk breed en groen is. De gemeente wilde dit laatste stukje ook graag dempen, maar omdat er nog een aantal pakhuizen in gebruik was, is dat zo lang uitgesteld dat het er niet meer van kwam. De boten moesten de pakhuizen kunnen bereiken, maar het handhaven van de lage ophaalbrug voor die paar pakhuizen was te duur, en dus werd in 1908 een hoge brug gebouwd.
Een ander noemenswaardig feit is de naamgever, Hendrick – of is het Henrick? – de Keijser. Die naam zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen, terwijl hij als stadsarchitect veel beroemde gebouwen heeft ontworpen. De Noorder- en Zuiderkerk, het Oost-Indisch Huis en de Munttoren. De Keijser stierf op zijn hoogtepunt. Zijn zoon Pieter heeft de Westerkerk en -toren mogen voltooien.
Laat een reactie achter